De tijd van je leven

Overdenking Vierhuis Oudjaar 2019

Op school leer ik soms wijze dingen. Vaak ook niet, maar dat is voor een andere keer. Tijdens een college filosofie, waar kerkvader Augustinus werd behandeld, werd ik geboeid door zijn denken over ‘de tijd’. Op de vraag: ‘Wat is de tijd?’ antwoordde Augustinus namelijk het volgende: Wanneer niemand het me vraagt, dan weet ik het; maar wanneer ik het wil uitleggen aan iemand die het vraagt, dan weet ik het niet.’ Oké, een minder filosofisch iemand zou nu onmiddellijk zeggen: waarom moet je het zo nodig onder woorden brengen. Dat je het weet is toch al genoeg?

Maar voor Augustinus was dat niet genoeg en met de moed der wanhoop probeerde hij het opnieuw. Hij vroeg zich af wat er werkelijk is aan de tijd en hij kwam tot de slotsom dat alleen het heden bestaat. Het verleden bestaat alleen maar in de herinnering en de toekomst slechts in de verwachting. Verleden en toekomst hebben dus eigenlijk geen echt bestaan; alleen het heden bestaat. En toch spreken we van drie tijden: het verleden, het heden en de toekomst en we weten allemaal precies wat we er onder verstaan.

Terwijl de een feestviert of met vakantie is, krijgt de ander groot verdriet te verwerken.

De mens heeft dus besef van tijd. Anders dan dieren. Ja, dieren weten wanneer het voedertijd is, en wanneer ze hun nest moeten bouwen of wanneer de trek naar het zuiden begint. Maar een dier heeft géén idee van zijn verleden en hij ligt ook niet wakker van zijn toekomst. Dat laatste is mens eigen. Wij weten dat wij leven in het perspectief van de tijd; onze begrensde tijd tussen geboorte en dood. Dat besef is niet altijd een zegen. Terwijl de een de tijd van zijn leven heeft, heeft een ander het zwaar. Terwijl de een feestviert of met vakantie is en geniet, krijgt de ander groot verdriet te verwerken.

De lezing van Prediker klinkt eigenlijk heel logisch; voor alles is er immers een tijd. Maar in de tijd dat Prediker werd opgeschreven, verkeerden de mensen in een hele andere tijd. Een tijd die niet zo gejaagd en snel aanvoelde als nu. Want in de afgelopen vele eeuwen is de tijd niet sneller gegaan, maar wij wel. Des te meer onze wereld en onze samenleving maakbaar is en de technologie hoogtij viert, des te sneller lijkt de tijd te gaan. Van alle soorten tijd die in prediker wordt aangehaald, is alleen de geboorte en de dood een zekerheid die ons overkomt. Verder gebruikt hij in deze poëzie steeds tegenstellingen: er is een tijd van strijden en ook een tijd van dromen staat er, en een tijd van verdriet en van vreugde, van nood maar ook van hoop. Die Prediker beschrijft hier de tijd van ons leven.

Verleden en toekomst hebben eigenlijk geen echt bestaan; alleen het heden bestaat.

Ja, want dat is het leven. Toch? Goede en slechte momenten en periodes wisselen elkaar af. En ja, het is ook nog eens ongelijk verdeeld, want de een krijgt meer te voor z’n kiezen dan de ander en bij de een gaat het veel meer voor de wind dan de ander. Voor de een is het leven een strijd, terwijl het voor de ander altijd maar feest is. En het loopt ook nog eens allemaal door elkaar heen. We leven in de tijd en we denken het te beheersen, maar ondertussen…

Wanneer we in het heden leven, is er tijd voor aandacht. Want aandacht maakt dat we voelen dat we leven. Hier en nu. En gelukkig mag ik als geestelijk verzorger dagelijks in mijn werk met deze levenswaarde bezig zijn. ‘U geeft zielenzorg’ zei een bewoner laatst in een gesprek tegen mij. En als ‘zielenzorger’ maak ik door het jaar heen bijzondere momenten mee in de gesprekken met mensen. En tijdens een groepsgesprek vertelde iemand mij dat ze een belangrijke levenswijsheid die we vorig jaar hadden besproken en opgeschreven, nog altijd in haar kamer staat.

Deze levenswijsheid was haar levensmotto geworden: herinner je gisteren, droom van morgen, maar leef vandaag. Deze spreuk helpt mij om elke dag iets van het leven te maken, zei ze. Goh, had die Augustinus gelijk. Uiteindelijk bestaat alleen het heden, de rest zijn herinneringen of toekomstdromen.

Sta even stil. Hier en nu!

En voordat ik deze filosofische overweging over de tijd van je leven ga afsluiten, ga ik het u toch even vragen… sta even stil, hier en nu. En volg uw gedachten even naar alles wat in dit jaar achter u ligt. Het jaar met al die ervaringen die herinneringen zijn geworden. Het jaar waarin u verlies hebt geleden. Het jaar waarin u in doodsangst verkeerde, waarin u bezorgd was over uw gezondheid of die van uw geliefde. Het jaar waarin u tegenslagen te verwerken kreeg, waarin u uw zelfstandigheid of misschien zelfs uw eigenheid kwijtraakte. Het jaar waarin er veel te vieren viel. Het jaar waarin u nog steeds tijd nodig heeft om te rouwen, om te herstellen of om de moed te verzamelen. Het jaar waarin u overliep van trots of waarin u terneergeslagen was. Het jaar waarin u opgelucht was of juist benauwd werd. Dit jaar van uw leven waarin mooie en nare momenten soms samenkwamen, waarin uw nieuw leven mocht begroeten of afscheid moest nemen. Dit jaar dat voor sommigen van u een kroonjaar was en voor anderen een rampjaar.

Op de drempel van het nieuwe jaar is het mooi om stil te staan en even over je schouder achterom te kijken. Dit kleine momentje van stilte is een manier om in het hier en nu te komen en daardoor ook weer een manier van verdergaan. Dat is de tijd van je leven, dat is de levenskunst om het leven te leven. Vandaag, hier en nu.

Christel Bakker, 29 december 2019