Nieuw normaal – De Emmausgangers

Chris: Ach, wat is Jeruzalem leeg geworden, de stad die vroeger zo veel inwoners had! De stad die ooit zo beroemd was, is verlaten. Vroeger was ​Jeruzalem​ een machtige stad, maar nu heersen er andere volken. ‘Ach, wat is Zaandam leeg geworden… ‘

Joke: In die tijd waren twee van de leerlingen van Jezus op weg naar een dorp dat Emmaüs heette en dat ruim elf kilometer van Jeruzalem lag. Zij spraken met elkaar over alles wat was voorgevallen. Terwijl zij zo aan het praten waren en van gedachten wisselden, kwam Jezus zelf op hun toe en liep met hen mee. Maar hun ogen werden verhinderd Hem te herkennen. Hij vroeg hun: “Wat is dat voor een gesprek, dat jullie onderweg met elkaar voeren?” Met een bedrukt gezicht bleven zij staan. Een van hen, die Kléopas heette, nam het woord en sprak tot Hem: “Bent U dan de enige vreemdeling in Jeruzalem, dat U niet weet wat daar dezer dagen gebeurd is?” Hij vroeg hun: “Wat dan?” Ze antwoordden Hem: “Dat met Jezus, de Nazarener, een man die profeet was, machtig in daad en woord, in het oog van God en van heel het volk; hoe onze hogepriesters en overheidspersonen Hem hebben overgeleverd om Hem ter dood te laten veroordelen en hoe zij Hem aan het kruis hebben geslagen…

Joke: En wij leefden in de hoop, dat Hij degene zou zijn, die Israël ging verlossen! Maar met dit al is het al de derde dag sinds die dingen gebeurd zijn.

Joke: Wel hebben een paar vrouwen uit ons midden ons in de war gebracht; zij waren in de vroegte naar het graf geweest, maar ze hadden zijn lichaam niet gevonden, en ze kwamen zeggen dat zij ook nog een verschijning van engelen hadden gehad, die verklaarden dat Hij weer leefde. Daarop zijn enkelen van de onzen naar het graf gegaan en vonden het zoals de vrouwen gezegd hadden, maar Hem zagen zij niet.”

Joke: Na de uitspraak ‘maar Hem zagen ze niet’  sprak de vreemdeling naast hen ”O onverstandigen, die zo traag van hart zijt in het geloof aan alles wat de profeten gezegd hebben! Moest de Messias dat alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?” Beginnend met Mozes verklaarde Hij hun uit al de profeten wat in al de Schriften op Hem betrekking had. Zo kwamen ze bij het dorp waar ze heen gingen, maar Hij deed alsof Hij verder moest gaan. Zij drongen bij Hem aan: “Blijf bij ons, want het wordt al avond en de dag loopt ten einde.”

Joke: Toen ging Hij binnen om bij hen te blijven. Terwijl Hij met hen aanlag nam Hij brood, sprak de zegen uit, brak het en reikte het hun toe. Nu gingen hun ogen open en zij herkenden Hem, maar Hij verdween uit hun gezicht. Toen zeiden ze tot elkaar: “Brandde ons hart niet in ons, zoals Hij onderweg met ons sprak en ons de Schriften ontsloot?”

Chris breekt in stilte het rood en deelt  aan Ruud en Joke en we drinken wijn…..

Chris: Toen stonden de twee onmiddellijk op van tafel en ze keerden naar Jeruzalem terug. Daar vonden ze de elf met de mensen van hun groep bijeen. Deze verklaarden: “De Heer is werkelijk verrezen, Hij is aan Simon verschenen.” En zij van hun kant vertelden wat er onderweg naar Emmaüs gebeurd was en hoe Hij door hen herkend werd aan het breken van het brood.

Overweging

We waren het in ons veilige West-Europa bijna vergeten, maar zo eens in de zoveel tijd gebeuren er de vreselijkste dingen met ons mensen. Je mag hopen dat rampspoed lang wegblijft, maar het kómt.In klaagliederen – de titel zegt eigenlijk al genoeg – klaagt de schrijver over het mooie Jerusalem, dat ten prooi gevallen is aan de vijand, het volk weggevoerd in ballingschap. Er heeft een ramp plaatsgevonden. Toch geeft ook hij de moed niet op: De Heer is goed voor zijn volk, we leven nog! Zijn liefde blijft altijd bestaan.

Ook de Emmaüsgangers moeten dealen met het op zijn kop zetten van hun wereldbeeld. Jezus, hun grote voorbeeld, hun idool, de revolutionair, hun leider, is van zijn voetstuk gevallen. Hij is dood. Zíj zijn stuurloos, de richting is uit hun leven geslagen. Nog maar pas een paar dagen geleden is het gebeurd, en nú al gaat er nep-nieuws rond:  Ze zeggen dat hij weer leeft. Hebben ze dan nergens meer respect voor?

Ook wij zouden ons zo kunnen voelen vandaag. Wekenlang staat alles stil. Géén of heel ánder werk. Angst voor een dodelijke ziekte. Schrikbarende sterftecijfers. Wij horen toch óók tot de risicogroep? Durf jij nog iets te ondernemen? Ík durf niet meer naar de supermarkt hoor! Laat staan naar de dokter! Alles is anders en het wordt nooit meer als voorheen: We gaan naar het nieuwe normaal.

Onderweg naar Emmaüs komen de leerlingen een man tegen die ze uitlegt wat ze eigenlijk al wisten, maar wat tot op dat moment nog onuitgesproken tussen hen beiden bestond. Hij breekt het brood en dan weten ze: een ideaal, hoop, vertrouwen in de toekomst, is niet aan het kruis te nagelen. En ook niet in quarantaine te breken. Zo zijn mensen niet.De leerlingen stonden meteen op en keerden terug naar Jerusalem; En ze vertelden wat er onderweg naar Emmaüs gebeurd was; En hoe Hij door hen herkend werd aan het breken van het brood. Wíj horen ook dat het nooit meer zo wordt als vroeger. Het nieuwe normaal. We zullen zien. Misschien maar beter ook. Sommige dingen moeten en kunnen best anders. Maar we laten ons niet er onder krijgen. Met hulp en aandacht voor elkaar. Met zijn voorbeeld.  Hij loopt ook met óns mee…

Overweging die uitloopt in zegenwens, voor allen…

Slotlied : Ga maar, dan ga ik met je mee